spreekwoorden
Spreekwoorden |
||
Bij | Voor de bij is alles honing, voor de slang alles gif. | |
De bezige bij heeft geen tijd voor verdriet. | (William Blake) | |
(César Oudin) | ||
Een bij heeft het nooit zo druk als het wel schijnt, maar ze kan nu eenmaal niet langzamer zoemen. | (Kin Hubbard) | |
De bij en de slang zuigen vaak honing uit één en dezelfde bloem. | (Metastasio) | |
Wat niet goed voor de korf is, is niet goed voor de bij. | (Marcus Aurelius) | |
Kunstenaars moeten zich opofferen aan hun kunst. Als bijen moeten zij hun leven leggen in de steek die zij geven. | (Ralph Waldo Emerson) | |
Sint Petrus (29 juni) helder en klaar, is een goed iemenjaar (= bijenjaar). | ||
Een bijenzwerm in mei, goed teken voor de wei. | ||
Een bijenzwerm in mei maakt de hooiboer blij | ||
Waar de bij honing uit zuigt, zuigt de spin vergif uit. | Wat de een hemelhoog prijst, keurt de ander ten stelligste af. | |
Waar de bij honing uit zuigt, zuigt een pad venijn. | Wat de een hemelhoog prijst, keurt de ander ten stelligste af. | |
Bijen en horzels breken het spinnenweb. | De machtigen kunnen zich veel veroorloven, maar de kleine man wordt gepakt. | |
De bij bevrucht de bloem die zij berooft. | (Charles A. Beard) | |
Praten over "de bloemetjes en de bijtjes". | Sexuele voorlichting in vroegere jaren. | |
Bijen zuigen honing uit de bloemen en zoemen hun dank bij het heengaan. De bonte vlinder is er zeker van dat de bloemen hem dank verschuldigd zijn. | (Rabindranath Tagore) | |
Er was een bij te 's-Gravenhage die antwoord wist op alle vragen Toen men hem moeilijk genoeg "Wat was was eer was was was?" vroeg werd hij winnaar van de quiz met "Eer was was was was was is." | (Kees Stip) | |
Leven als een bieken (de biekens) in de honing | Een onbekommerd, onbezorgd leven leiden. In welstand leven. | |
Waar de bij geen bloemen vindt , zet zij zich op de distels | Duits spreekwoord. | |
Varkens, bijen en vrouwen kunnen niet veranderd worden. | Varkens zijn zeer hardnekkig, bijen volgen hun instinct en vrouwen .... (Engels spreekwoord) | |
De vrouw zuigt steeds nieuwe levenskracht uit de liefde, zoals de bijen de honing uit de bloesems | Anatole France (1844-1924) | |
Beter een handvol bijen dan een korf vol vliegen. | (Arabische wijsheid) | |
Och, mijn plannen, och, mijn dromen! 't Rijk der muggen is gekomen, en de vliegen zonder tal, geven in mijn zonnig huisje, in mijn warm en stoffig kluisje, wesp en bij haar zomerdal. | (P.A. de Genestet) | |
Eén honingbij is beter dan duizend wespen. | (Duits spreekwoord) | |
Woorden zijn als bijen. Ze hebben honing maar ook een angel. | ||
Wie de honing wil uithalen, moet het steken der bijen verdragen | ||
Zwiert hier en daar in mei een bij, dat maakt de landman het harte blij | ||
Lief bijtje zei de bij wil je met mij vrije, wacht even zei de bij ik ben zo bij je. | (Toon Hermans) | |
Toen moe moe van de was was zag ze zeven vliegen vliegen maar er was èèn bij bij. | ||
De imker was bijziende | ||
De bijenvriend die heeft zo net, het beestje onder druk gezet. | (De bijenvriend zelf) | |
Als de bij naar huis toe vlucht, dan zit er regen in de lucht. | ||
Als de bijen naar huis toe vluchten, zit er regen aan de luchten. | (Vlaams) | |
De bijen zoemen rond hun woning en werken aan een nijver plan, zij zorgen voor de zoete honing, wij maken er een potje van. | (Toon Hermans) | |
Bladluis | Er zijn rozenkwekers die zich meer met bladluizen bezig houden dan met rozen. | (Victor Auburtin) |
Boekenwurm | Boekenwurm / Boekenworm. | Iemand die altijd met zijn neus in de boeken zit. |
Bibliothecarissen houden niet van boekenwurmen, omdat ze zonder bewijs van lidmaatschap boeken verslinden. | (Midas Dekkers) | |
Bromvlieg | Vele mensen zijn lieve vlindertjes buiten, maar lastige bromvliegen thuis. | (Eliza Laurillard, Nederlands auteur (1830-1908)) |
Coloradokever | De coloradokever Leptinotarsa decemlineata: Prachtig beest, prachtig beest !!! | (Prof. J. de Wilde) |
Eendagsvlieg | De eendagsvliegen der kunst omzweven ons als een nevel die de zon verduistert. | (Fliegende Blätter) |
Je zult als eendagsvlieg, je dag niet hebben !! | ||
Engerling | Engerling | Engerd, griezelig persoon. |
Glimworm | Wie ondervonden heeft, hoe merkwaardig donker de nacht soms kan zijn, weet ook, wat een licht een enkele glimworm in een bosje kan werpen. | (Wilhelm Raabe) |
De glimworm ziet dat het ochtend wordt en dooft zijn zwakke gloed. | (William Shakespeare) | |
Het is maar een heel klein vonkie, dat door het donker zweeft, toch krijgt het nog een jonkie, want ook dit vaonkie leeft. | (Toon Hermans) | |
Hommel | De hommel hommelt langs mijn oor, ik kijk niet op of om, hij ziet me trouwens nog niet staan, hij spoedt zich naar zijn blom. | (Toon Hermans) |
Een grote hommel log en zwaar, zag in het gras een blom en botweg streek hij neer op haar, toen viel het bloemetjom. | (Toon Hermans) | |
Horzel | Bijen en horzels breken het spinnenweb. | De machtigen kunnen zich veel veroorloven, maar de kleine man wordt gepakt. |
Wetten zijn als spinnenwebben, die misschien kleine vliegen kunnen vangen, maar waar de wespen en de horzels doorheen breken. | (Jonathan Zwift) | |
Men moet de horzels niet tergen. | Uit het Latijn: Men moet de vijandschap van hen die ons kwaad kunnen doen niet uitlokken. | |
Hoe feller vlieg en horzel steken, hoe eerder het onweer los zal breken. | ||
Insect | Het maakt alle verschil of je een insect in de slaapkamer hoort of in de tuin. | (Robert Lynd) |
Wij zijn allen ballingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft gwp. De overigen zijn insecten. | (Leonardo da Vinci) | |
Herinneringen zijn insecten: vlinders of wespen. | (Clem Schouwenaars) | |
Kakkerlak | Kakkerlakken hebben niets te maken in het kippenhok. | Kakerkaker no ha bestel na hundu sji cot. (Negerhollands, Maagdeneilanden) |
Kakkerlak. | Scheldwoord: bangerd | |
Hij springt als een kakkerlak. | Hij springt op van vreugde. | |
Mi na kakalaka mi no ab leti na fowru mofo (Een kakkerlak heeft geen rechten in de bek van een vogel) | (Surinaams) Ik ben de zondebok. Het zwarte schaap. etc. | |
Te yu nyan kakalaka, yu bere e drai (Als je kakkerlak eet zal je misselijk worden) | (Surinaams) Gewetenswroeging hebben, wanneer je anderen nodeloos problemen hebt bezorgd. Het kwaad loont zijn meester. | |
Lieveheersbeestje | Zijn onze lieve-Here-beestjes werkelijk ook katholiek of zijn ze buitenkerkelijk, ze zijn, zoals geleerden pas ontdekten, met mug en vlieg en wesp verdeeld in sekten. | (Toon Hermans) |
Kever | In de ogen van zijn moeder is iedere kever een gazelle. | (Marokkaans gezegde) |
Kever. | Scheldwoord: Sukkel, domkop, provinciaaltje. | |
Kever. | Bijnaam voor een Volkswagen. | |
Krekel | Het gesjirp van de krekel en het gekletter van de regen komen door het donker tot mij als ritselende dromen uit mijn voorbije jeugd. | (Rabindranath Tagore) |
Wanneer de nachtegalen stoppen met zingen, Beginnen de krekels te sjirpen. | (Marie von Ebner- Eschenbach) | |
Luis | Na de donkere zes weken, lengen de dagen eerst met een tuimelet van een luis en daarna met een spronk van een vlo. | (Westvlaams spreekwoord) |
Iemand een luis in de pels poten. | (Limburgs gezegde) | |
Iemand een schaamluis in de pels poten. | (R. de Jong) | |
Hij zit in de luizen. | Hij heeft grote zorgen. (Nederlandse zegswijze) | |
Zo arm als een luis. | (Nederlandse zegswijze) | |
Luizig | Armzalig, nietig | |
Zo kaal als een luis. | Geen geld of goederen hebben. | |
Hij heeft een leven als een luis op een zeer hoofd. | Hij heeft een prima leventje. | |
Hoe komt een schaap aan luizen! of Hoe komt een arm mens aan luizen. | Antwoord op de vraag: hoekandatnou? | |
Hij heeft een luizenbaan. | Hij heeft een heel gemakkelijke en goed betaalde baan. | |
Wat van apen komt, wil luizen. | De appel valt niet ver van de stam. | |
Beter een luis in de pot dan helemaal geen vlees. | Wees met weinig tevereden als je toch niet meer bereikt. Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht. | |
Men kan een luis niet meer benemen dan het leven. of Men kan van een luis niet meer nemen dan zijn leven. | Wanneer iemand niets heeft, valt er niets te halen. | |
Hongerige luizen bijten scherp. | Wie arm is probeert op eigen wijze aan de kost te komen. | |
Magere luizen bijten het hardst. | Wie arm is probeert op eigen wijze aan de kost te komen. | |
Hij heeft nog geen luis om dood te drukken. | Zeer arm zijn. | |
Zo veeg zijn als een luis op een kam. | In gwp gevaar zijn. | |
Een luizenleven leiden. | Een gemakkelijk leven hebben. | |
Vertrek met je luizen. | Pak je biezen. | |
Een luizenbos hebben. | Een onverzorgd kapsel hebben. | |
Hem loopt een luis over de lever. | Hij wordt boos. | |
Hij wordt van de luizen opgevreten. | Hij zit vol ongedierte. | |
De luizenkam erdoor halen. | Ongewenste zaken verwijderen. | |
Hij heeft een luizenpaadje in zijn haar. | Een scheiding. | |
Zijn eigen luizen bijten hem. | Hij zit zichzelf in de weg. | |
Er kan geen luis over zijn lever lopen of hij reageert. | Hij is lichtgeraakt. | |
Zoek geen luis in een schoon hemd. | (Betuwse zegswijze) | |
Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen. Maar wie zich niet dagelijks wast, krijgt luizen als kamelen. | ||
Dat is een hongerige luis. | Dat is een gierigaard. | |
Reizen is leerzaam, zei Krelis, en hij zette de schaamluis op z'n hoofd. | ||
Vlooien en luizen, de hele kluit, maken ook deel van de wereld uit | (Goethe) | |
De schildpad heeft geen haar, maar roept toch het wijfje om haar te luizen | ||
Korkori ede: yu sa kisi loso (paai je het hoofd dan vang je luizen) | (Surinaams) Met een klein beetje geduld kom je het meest aan je trekken. Men vangt meer vliegen met honing dan met azijn | |
Made | Made in Holland. | (Nederlandse zegswijze) |
Niet alle gaten in de kaas worden door maden gemaakt. | (Midas Dekkers) | |
Dit weekend ging een groepje maden in Scheveningen pootje baden De welbespraaktste van het stel sprak: "Makkers, merken jullie wel? Er zijn hier heel wat maden bij die made zijn in Germanij". | (Kees Stip) | |
Het bederf van het vlees is het leven van de maden | ||
Meikever | Men kan beter een jong meikever zijn dan een oude paradijsvogel. | (Mark Twain) |
De mensen kennen de wereld niet om dezelfde reden waarom meikevers de natuurlijke historie niet kennen. | (Chamfort) | |
Mestkever | Ook de mestkever lijkt mooi in de ogen van zijn moeder. | (Indiaas gezegde) |
De mestkever is een sultan in zijn rijk. | (Arabische wijsheid) | |
Mier | Niemand spreekt beter dan de mier, en zij zegt niets. | (Benjamin Franklin) |
De mieren trekken nooit naar lege schuren: zo begeeft zich ook geen vriend naar een verarmde woning. | (Ovidius) | |
De mieren trekken nooit naar een lege mierenhoop; Zo begeeft zich ook geen vriend naar een verarmde woning. | (Ovidius) | |
Mierenneuker. | (Nederlandse zegswijze) | |
Ga tot de mier, gij luiaard, ziet haar wegen en word wijs. | Bijbel: (Spreuken 6:6) | |
Deze vier zijn de kleinste op aarde, doch zijn bovenmate wijs: de mieren zijn een volk zonder kracht, toch bereiden zij hun spijs in de zomer; de klipdassen zijn een machteloos volk, toch maken zij hun woning in de rots; de sprinkhanen hebben geen koning, toch trekken zij gezamenlijk in goede orde op; de hagedis kan men met de hand grijpen, toch is zij in des konings paleizen. | Bijbel: (citaat uit Spreuken 30: 24 t/m 28) De strekking is dat ook de kleinen op aarde grote dingen kunnen bereiken. | |
Al was uw vijand slechts een mier, ontzie hem als een grouwzaam dier. | (Tacitius) | |
Zit niet zo te mieren | ||
Te yu abi pasensi, yu sa si mira bere (Als je geduldig bent zal je de ingewanden van de mier zien) | (Surinaams) Met veel geduld bereik je meer dan hetgeen je onder andere omstandigheden had kunnen bereiken. Een geduldig mens is een gelukkig mens; geduld is de sleutel der overwinning. | |
Kruipen de mieren op hopen, dan zal de donder niet zacht verlopen | ||
Bouwt op Sint Anna de mier hopen, de winter zal niet zacht verlopen. | ||
Maken de mieren hoge bergen, zal dat een koude winter vergen | ||
Bouwt op Sint Anna de mier grote hopen, de winter zal niet zacht verlopen | ||
Werken met Sint Anna de mieren, dan zult ge een lange winter vieren | ||
Graaft de mier een diepe gang, wordt de winter streng en lang | ||
Bouwen met Sint Anna mieren bergen, dan zal ons de winter tergen. | ||
Nesten mieren op Annadag, haastige winter volgen mag | ||
Kruipen de mieren diep in de grond, zo maken zij een strenge winter kond. | ||
Maar nog erger zal het ons berouwen, als de mieren hoge nesten bouwen. | ||
Ik heb sinds kort een mier, ik noem het beesie Bartje, 't is zo'n mieren-mini-dier, hij heeft een héél klein hartje, maar dikwijls denk ik, sapperloot, wat leeft er in die kleine? 't geheim in hem is nét zo gwp, of groter dan het mijne. |
(Toon Hermans) | |
Mot | Zoals een mot een kleed opknaagt, zo verteert afgunst een mens. | (Sint Chrysostomus) |
De mot in de maag hebben. | (Nederlandse zegswijze) | |
Gelijk uit de klederen motten voortkomen, alzo komt van de vrouwen veel kwaad. | (Jezus Sirach) | |
De mot zit erin. | (Nederlandse zegswijze) | |
Ja, wat at de mot voordat er oude jassen waren... | (Midas Dekkers) | |
De mot vliegt in het licht van de lamp, omdat het diertje de pijn van het verbranden niet kent. | Indiaans gezegde | |
Mug | De mug uitzijgen en de kameel doorzwelgen. | (Bijbel) |
Een adelaar vangt geen muggen. | ||
Muggeziften. | (Nederlandse zegswijze) | |
Zeker, een rekenmachine is een wonder, maar nog altijd iets kleiner dan een mug. | (C. Buddingh) | |
Van een mug een olifant maken. | (Nederlandse zegswijze) | |
Met een kanon op een mug schieten. | (Nederlandse zegswijze) | |
De mug vliegt zolang om de kaars totdat hij zijn vleugels zengt. | Wie onvoorzichtig is, ondervindt daarvan eens de gevolgen. De kruik gaat zolang te water tot zij barst. | |
Waar de wesp door vliegt, daar blijft de mug hangen. | De machtigen kunnen zich veel veroorloven, maar de kleine man wordt gepakt. | |
"Alle beetjes helpen" zei de mug en piste in de zee. | ||
De kleinsten hebben de gwpste levensruimte: muggen bijvoorbeeld. | (Marie-Cécile Moerdijk) | |
Als door een mug gestoken, vloog hij op. | Scherp reagerend | |
De muggen dansen, we krijgen regen. | (Volkswijsheid) | |
Als de muggen dansen gaan, dan is 't met regenen gedaan. | (Weersspreuk) | |
Blinde leiders, die de mug uitzuigen en de kemel doorslikken | (Matteus 23,24) | |
Neem uw staf in de hand en sla op het stof op de grond: het zal in heel Egypte in muggen veranderen. | (Derde plaag. Exodus 8, 12) | |
De mug die om de kaars zweeft, 't is wonder zo die lang leeft. | (Jacob Cats) | |
Och, mijn plannen, och, mijn dromen! 't Rijk der muggen is gekomen, en de vliegen zonder tal, geven in mijn zonnig huisje, in mijn warm en stoffig kluisje, wesp en bij haar zomerdal. | (P.A. de Genestet) | |
Neem geen sabel om een mug te doden. | (Koreaans spreekwoord) | |
Een mug kan wel vliegen maar een vlieg kan niet muggen | (Woordspeling) | |
In een gesloten mond vliegen geen muggen binnen | ||
Dansen de muggen in januaar, dan wordt de boer een bedelaar | ||
Ook een winterse mug heeft vaak een natte rug | ||
Nachtvlinder | Lasteraars zijn nachtvlinders: zij houden van de duisternis en zwermen om het licht. | (Peter Sirius) |
Neet | Zo kaal als de neten. | (Rotterdams) |
Kale neet. | Scheldwoord voor iemand die het niet breed heeft. | |
Oorworm | Hij zet een gezicht als een oorworm. | |
Rups | Bij de insecten wordt de rups tot vlinder, maar bij de mensen is het omgekeerd: de vlinder wordt tot rups. | (Anton Tsjechow) |
Er zijn veel vlinders die ontkennen eerst rups te zijn geweest. | (Gerd de Ley) | |
Een paar rupsen zullen we wel moeten verdragen, als we ooit vlinders willen zien. | (Antoine de Saint-Exupéry) | |
Ça est un rups, et ça vas manger, et poef: "butterfly". | (Ornella Bijlmakers) | |
Ik wil je nemen 's nachts omringd door lichtgevende rupsen en met het lied van insecten alom in het bos. | (Pierre Lauffer) Mi ke tumabo den anochi ku bichi di kandela rònt'i nos ku mondi yen di krkinan su melodia (Papiamentu, Ned. Antillen) | |
Het is een rups van een kind. | Een kind, dat nog niet gaan, maar slechts kruipen kan. | |
De rups dient in de pop gedood. | Het kwaad moet in de beginselen gestuit worden. | |
Een rups op de kool, een hoer in huis. | ||
Het past den vlinder niet minachtend neer te zien op de rups waaruit hij is voortgekomen. | ||
Een paar rupsen zullen we wel moeten verdragen als we ooit vlinders willen zien. | (Antoine de Saint- Exupéry) | |
Schaamluis | Iemand een schaamluis in de pels poten. | (R. de Jong) |
Reizen is leerzaam, zei Krelis, en hij zette de schaamluis op z'n hoofd. | ||
Spin | Waar de bij honing uit zuigt, zuigt de spin vergif uit. | Wat de een hemelhoog prijst, keurt de ander ten stelligste af. |
Nijdig als een spin. | Geweldig boos. | |
Boos als een spin. | Geweldig boos. | |
Het is bij de wilde spinnen af. | Het loopt de spuigaten uit. | |
Het spinnenweb geeft voor dauwdroppen te vangen en vangt vliegjes. | (Rabindranath Tagore) | |
Spinnekop. | Bits, zuur meisje. | |
Spinnig. | Kattig, nijdig. | |
Spinnijdig. | Erg nijdig, erg boos. | |
Een spin in de morgen brengt kommer en zorgen | ||
In het web gevangen zijn | ||
Als de ragebol rust, dan werkt de spin | ||
Hem is geen spinnenweb voor de mond gewassen | ||
Zo fijn als spinrag | ||
Spinnenkoppen zijn nog geen struisvogels, al hebben ze lange poten | ||
Wetten zijn als spinnenwebben, die misschien kleine vliegen kunnen vangen, maar waar de wespen en de horzels doorheen breken. | (Jonathan Zwift) | |
Maakt de spin in het web een grote scheur, de stormwind klopt spoedig aan de deur | ||
Als de spinnen vlijtig buiten weven, zullen wij mooi weer beleven | ||
Is ’avonds laat de spin ter been, dan zal het gaan regenen tien tegen een. | ||
Sprinkhaan | En de Heer sprak tot Mozes: "Strek uw hand uit over Egypte, dan zullen de sprinkhanen erop neerstrijken. | (Achtste plaag. Exodus 10,12) |
Uit de rook streken sprinkhanen op de aarde neer, en aan hen werd de macht gegeven zoals de schorpioenen op aarde macht hebben. | (Apokalyps 9,3) | |
Deze vier zijn de kleinste op aarde, doch zijn bovenmate wijs: de mieren zijn een volk zonder kracht, toch bereiden zij hun spijs in de zomer; de klipdassen zijn een machteloos volk, toch maken zij hun woning in de rots; de sprinkhanen hebben geen koning, toch trekken zij gezamenlijk in goede orde op; de hagedis kan men met de hand grijpen, toch is zij in des konings paleizen. | Bijbel: (citaat uit Spreuken 30: 24 t/m 28) De strekking is dat ook de kleinen op aarde grote dingen kunnen bereiken. | |
De sprinkhanen hebben geen koning , toch trekken zij gezamenlijk in goede orde op. | Spreuken 30:27 | |
Steekvlieg | Het gif der slangen steekt in de tand; het gif der steekvliegen in de kop; het gif der schorpioenen in de staart; maar de boze mens is over zijn ganse lichaam gif. | (Indische spreuk) |
Want als U mijn volk niet laat gaan, laat ik steekvliegen komen over U. | (Vierde plaag. Exodus 8, 17) | |
Tor | Zo zwart als een tor | Erg vuil |
Zo dronken als een tor | Erg dronken | |
Dronken tor | Iemand die erg dronken is | |
Eigenwijze tor | Goedmoedig scheldwoord | |
Ergens in mijn tuin zag ik een torretje van 't mannelijk geslacht, het had een snorretje, maar later bleek en dat was het frappante, 't was zeer waarschijnlijk een wat zwaar behaarde tante | (Toon Hermans) | |
Vlieg | Een vlieg is even ontembaar als een hyena. | (Ralph Waldo Emerson) |
Op een kokende pot gaan geen vliegen zitten. | (Spaans spreekwoord) | |
Als er een vlieg op het voorhoofd van uw vriend zit, verwijder die dan niet met een bijl. | (Chinees spreekwoord) | |
Twee vliegen in één klap. | (Nederlandse zegswijze) | |
Geen vlieg kwaad doen. | (Nederlandse zegswijze) | |
Iemand een vlieg afvangen. | (Nederlandse zegswijze) | |
Niets afslaan behalve vliegen. | (Nederlandse zegswijze) | |
Je zit daar niet om vliegen te vangen. | (Nederlandse zegswijze) | |
En zo ploegen we verder, zoals de vlieg tegen de os zei. | (Henry Wadsworth Longfellow) | |
Het leven van de mens op deze wereld is als het leven van een vlieg in een kamer gevuld met 100 jongens, allen gewapend met een vliegemepper. | (H.L. Mencken) | |
Vrees hem die u vreest, al is hij ook een vlieg en zijt gij een olifant. | (Saadi) | |
Men heeft het geluk zo vast in de hand als een handvol vliegen. | Het geluk is gauw vervlogen. | |
Een arend vangt geen vliegen. | (Erasmus) | |
Iemand van formaat houdt zich niet bezig met beuzelarijen. | ||
Magere vliegen bijten het hardst. | Wie arm is, probeert op eigen wijze aan de kost te komen. | |
Op de magerste paarden vallen de meeste vliegen aan. | Arme mensen worden het meest uitgebuit. | |
De grote vliegen breken door het spinnenweb, maar de kleine blijven erin hangen. | De machtigen kunnen zich veel veroorloven, maar de kleine man wordt gepakt. | |
Men vangt meer vliegen met een druppel honing dan met een vat azijn. | Met een vriendelijk woord bereikt men meer dan met streng optreden. | |
Men vangt meer vliegen met een lepel stroop dan met een vat azijn. | Met een vriendelijk woord bereikt men meer dan met streng optreden. | |
Met azijn vangt men geen vliegen. | Met onvriendelijkheid bereik je niets. | |
In de nood eet de duivel vliegen. | Als je in nood verkeert, heb je andere maatstaven. | |
Als achter vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen achterna. | (Nederlandse woordspeling) | |
Een vlieg wil ook vogel zijn. | Zich boven zijn stand verheffen. | |
Opvliegen als een bosje vliegen. | (Vlaamse zegswijze) | |
Het spinnenweb geeft voor dauwdroppen te vangen en vangt vliegjes. | (Rabindranath Tagore) | |
Een dode vlieg bederft de beste parfum. | (Prediker 10,1) | |
Als je één vlieg doodt, komen er tien op de begrafenis. | Een scheiding. | |
Dode vliegen doen de zalf stinken. | (Prediker 10: 1) | |
Zelfs de leeuw moet zich tegen vliegen weren. | Duits spreekwoord | |
Beter een handvol bijen dan een korf vol vliegen. | (Arabische wijsheid)) | |
Wetten zijn als spinnenwebben, die misschien kleine vliegen kunnen vangen, maar waar de wespen en de horzels doorheen breken. | (Jonathan Zwift) | |
De vlieg die niet gemept wil worden, zit het veiligst op de mepper. | (G.C. Lichtenberg) | |
Och, mijn plannen, och, mijn dromen! 't Rijk der muggen is gekomen, en de vliegen zonder tal, geven in mijn zonnig huisje, in mijn warm en stoffig kluisje, wesp en bij haar zomerdal. | (P.A. de Genestet) | |
Men heeft opgemerkt dat van alle dieren de vrouwen, de vliegen en de katten de meeste tijd aan hun toilet besteden. | (Charles Nodier) | |
Toen moe moe van de was was zag ze zeven vliegen vliegen maar er was èèn bij bij. | ||
Een mug kan wel vliegen maar een vlieg kan niet muggen | (Woordspeling) | |
Hij is een hand vol vliegen | Iemand die veel drukte maakt, maar waar je niets aan hebt. | |
Als achter vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen achterna! | ||
Een adelaar vangt geen vliegen | ||
Yasi e kari frei frei (Jasi [een ziekte] brengt vliegen) | (Surinaams) Profiteren van andermans goed. Veel geld, veel vrienden. Als de armoe aan de deur klopt vliegt de liefde het raam uit. | |
Hoe feller vlieg en horzel steken, hoe eerder het onweer los zal breken. | ||
Stinkende vliegen, dat kan niet liegen, zij voorspellen regen allerwegen of Stekende vliegen, dat kan niet liegen, zij voorspellen regen allerwegen | ||
Tante Lisa ving een vlieg en riep: "Ik hepper" en het kleine beestje in 't donker van d'r hand ontkwam op die manier de plastic vliegemepper of de doodsklap met de opgevouwen krant. | (Toon Hermans) | |
Vlinders | Illusies zijn de vlinders van de lente van het leven. | (Peter Sirius) |
Bij de insecten wordt de rups tot vlinder, maar bij de mensen is het omgekeerd: de vlinder wordt tot rups. | (Anton Tsjechow) | |
Vlinders in de buik hebben. | (Nederlandse zegswijze) | |
Er zijn veel vlinders die ontkennen eerst rups te zijn geweest. | (Gerd de Ley) | |
Spreekwoorden zijn als vlinders sommige worden gevangen, andere vliegen weg. | (Spreekwoord) | |
Een paar rupsen zullen we wel moeten verdragen, als we ooit vlinders willen zien. | (Antoine de Saint-Exupéry) | |
Het geluk is een vlinder en niet gemakkelijk te vangen. | (Liesbeth Witters) | |
Herinneringen zijn insecten: vlinders of wespen. | (Clem Schouwenaars) | |
Bijen zuigen honing uit de bloemen en zoemen hun dank bij het heengaan. De bonte vlinder is er zeker van dat de bloemen hem dank verschuldigd zijn. | (Rabindranath Tagore) | |
Vele mensen zijn lieve vlindertjes buiten, maar lastige bromvliegen thuis. | (Eliza Laurillard, Nederlands auteur (1830-1908)) | |
Een vlinder telt haar tijd niet in maanden, maar in momenten. Maar zij heeft tijd genoeg. ofDe vlinder telt geen maanden doch momenten en heeft tijd genoeg. | (Tagore) | |
Geluk is als een vlinder. Hoe meer je er op jaagt, hoe verder hij zich van jou verwijdert. Maar als je rustig blijft zitten en je aandacht aan andere dingen besteedt, komt hij vanzelf op je schouders zitten. | ||
Eens op een dag droomde ik, Zhuang Zi, dat ik een vlinder was, een vlinder die fladderend rondvloog, tevreden met zichzelf, en zich niet bewust dat ze mij was. Plotseling werd ik wakker en begon me er rekenschap van te geven dat ik nog altijd Zhuang Zi was. Nu is de vraag of ik Zhuang Zi ben die droomde dat hij een vlinder was, ofwel een vlinder die droomde dat hij mij was. Toch bestaat er noodzakelijkerwijs een verschil tussen mij en die vlinder. Dat noemen we dan maar de Verandering der Dingen. | (Zhuang Zi) | |
Het past den vlinder niet minachtend neer te zien op de rups waaruit hij is voortgekomen. | ||
Een paar rupsen zullen we wel moeten verdragen als we ooit vlinders willen zien. | (Antoine de Saint- Exupéry) | |
Nu niet langer saggerijnen, kijk, een eerste vlinder vliegt, laat de zon maar lekker schijnen, 't is een schijn, die niet bedriegt. | (Toon Hermans) | |
Vlinders staan ook bekend als "de dolende zielen van gestorvenen". Kijk voor meer wetenswaardigheden over vlinders eens op deze site: De verborgen geheimen van de vlinder | ||
Vlo | Vis eten doet een mens springen als een vlo. | (Thomas Jordan) |
Vlooien weten niet of ze zich op het lichaam van een reus of van iemand van normale gwpte bevinden. | (Walter Savage Landor) | |
Als je je maar lang genoeg niet wast, laten zelfs de vlooien je met rust. | (Ernie Pyle) | |
Het is een dappere vlo die zijn ontbijt durft eten op de lip van een leeuw. | (William Shakespeare) | |
Wie met honden slaapt, zal met vlooien opstaan. | (John Florio) | |
Het is gemakkelijker om honderd vlooien te bewaken dan één jong meisje. | (Pools spreekwoord) | |
Men kan beter op een zak met vlooien passen dan op een jonge meid. | Een verliefd meisje vindt altijd wel een gelegenheid om haar eigen gang te gaan. | |
Na de donkere zes weken, lengen de dagen eerst met een tuimelet van een luis en daarna met een spronk van een vlo. | (Westvlaams spreekwoord) | |
Hongerige vlooien bijten scherp. | Wie arm is, probeert op eigen wijze aan de kost te komen. | |
Magere vlooien bijten het hardst. | Wie arm is, probeert op eigen wijze aan de kost te komen. | |
Wie met honden omgaat, krijgt vlooien. | Wie met slecht gezelschap omgaat, wordt zelf ook slecht. | |
De ene hond verwijt de andere dat hij vlooien heeft. | De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. | |
Men wordt het hardst gebeten door zijn eigen vlooien. | De naasten veroorzaken de meeste last. | |
Een vlo in het oor hebben. | Onrustig zijn. | |
Een vlo in maart is een daalder waard | ||
Een vlo in de zon, 'nen aap op de ton, en een stoute maagd, scheid ervan eer ge 't u beklaagt | ||
Stof vliegt niet op omdat een vlo erin rondspringt | (gezegde uit Birma) | |
Vlooien, geduld, de nacht is lang | (gezegde uit Nicaragua) | |
Als een vlo geld heeft, koopt zij haar eigen hond | (gezegde uit Jamaica) | |
Alles is maar een wetenschap, behalve vlooien vangen, dat is maar een gauwigheid | ||
Die met honden te bed gaat, staat met vlooien op | ||
De ene hond verwijt den anderen zijn vlooien | ||
De ene hond verwijt de andere dat hij vlooien heeft | ||
Hoe meer haren de hond, des te meer vlooien | ||
Hoe ruiger de hond, des te meer vlooien | ||
Het zijn niet de vlooien van de hond die de katten doen miauwen | (Chinees spreekwoord) | |
Een hond in een hok blaft tegen zijn vlooien een jachthond voelt die niet | ||
Zelfs een goede hond heeft vlooien | (Russisch spreekwoord) | |
Een vlo kan een leeuw meer lastig vallen dan een leeuw een vlo | (Afrikaans spreekwoord) | |
Het is of de vent gek is, zei Tijs, en hij zag een vlo capriolen maken | (Apologisch spreekwoord) | |
Dat is een mooie bruinvis, zei de jongen, en zag een vlo in een emmer water zwemmen | (Apol. spreekwoord) | |
Ze bijten me, die me moeste helpen, zei luizige Teun, en hij had zijn hemd vol vlooien | (Apol. spreekwoord) | |
Niets met haast dan vlooien vangen | Men moet alles met beraad doen | |
Als vlooiende vlooien vlooiende vlooien vlooien, vlooien vlooiende vlooien vlooiende vlooien | ||
Vlooienmarkt | Buitenmarkt waar goedkope en tweedehands spullen verkocht worden | |
Vlooien en luizen, de hele kluit, maken ook deel van de wereld uit | (Goethe) | |
Er zijn van die mennekes met giftige pennekes, die steken gemener als vlooien.Die zich er voor lenen, om altijd hun stenen door andermans ruiten te gooien. Ze dopen hun pen in het giftige sap, ze maken je af desnoods met een grap. Schrijf hun eens een lief coupletje stuur ze eens een warm applaus, breng hun eens een klein bouquetje of een prentje van de Paus. | (Toon Hermans) | |
Vuurvlieg | De sterren zijn niet bang vuurvliegjes te lijken. | (Rabindranath Tagore) |
Wesp | Het zijn de slechtste vruchten niet waaraan de wespen knagen. | (Nederlands spreekwoord) Juist over voortreffelijke mensen wordt er vaak geroddeld.) |
Waar de wesp door vliegt, daar blijft de mug hangen. | De machtigen kunnen zich veel veroorloven, maar de kleine man wordt gepakt. | |
Herinneringen zijn insecten: vlinders of wespen. | (Clem Schouwenaars) | |
Als door een wesp gestoken zijn. | Onaangenaam getroffen. | |
Een wespentaille hebben. | Een zeer slanke taille. | |
Je in een wespennest steken. | Zich in de problemen begeven. | |
Hij heeft wespen in de kop. | Hij is geheel uit zijn humeur. | |
Wetten zijn als spinnenwebben, die misschien kleine vliegen kunnen vangen, maar waar de wespen en de horzels doorheen breken. | (Jonathan Zwift) | |
Mijn markante kop trekt klappen aan zoals een jampot wespen. | (Lambik in: Suske en Wiske Knokken in Knossos) | |
Eén honingbij is beter dan duizend wespen. | (Duits spreekwoord) | |
Och, mijn plannen, och, mijn dromen! 't Rijk der muggen is gekomen, en de vliegen zonder tal, geven in mijn zonnig huisje, in mijn warm en stoffig kluisje, wesp en bij haar zomerdal. | (P.A. de Genestet) | |
Zijn de wespen niet in rust, dan is er stormweer op de kust |